Volgende week woensdag is het bekend wie de nieuwe president van Amerika gaat worden. Vier jaar geleden werd de uitslag in Nederland overschaduwd doordat Mohammed B het nodig vond een mes te steken in Theo van Gogh. Op de voorpagina na de Amerikaanse verkiezingen prijkte niet het tronie van de herkozen Bush, maar van een levenloze van Gogh. Iets wat de filmmaker, had hij de aanslag overleefd zeker grappig had gevonden. Wie de kranten op vijf november openslaat krijgt wel de foto te zien van een vierende McCain of Obama. Ik volg de verkiezingsstrijd actiever dan normaal sinds september. Tijdens een vakantie in Washington was het bijna onmogelijk om niet meegesleurd te worden in het mediageweld van Obama vs McCain. De bejaarde oorlogsveteraan kondigde tijdens ons bezoek aan de VS zijn running mate aan. De achteraf niet zo slimme zet zou de vrouwelijke democraatstemmer over moeten halen om McCain Palin aan te kruizen op het verkiezingsformulier. Die groep was, zo moeten de Republikeinen hebben geredeneerd, boos omdat Obama en niet Hillary Clinton verkozen was om een gooi te doen naar het presidentschap. De steun voor Barack groeide alleen maar. Geholpen door de vele stuntelige optredens van de gouverneur van Alaska en een financiële crisis. Amerika schijnt genoeg te hebben van acht jaar Bush.
De Amerikaanse verkiezingen zijn veel leuker om te volgen dan Nederlandse. De reden hiervoor is de media, of liever het gebruik van de media en het Amerikaanse publiek. In Washington was een souvenirwinkeltje dat de populariteit tussen de twee kandidaten liet zien door middel van het aantal prullaria dat verkocht werd. In New York werd ik, gekleed in een Vote For Change t-shirt meerdere keren aangesproken door voorbijgangers met een duim omhoog en twee woorden: Cool shirt. De partijen laten ook geen mogelijkheid voorbij gaan om hun kandidaat in de picture te krijgen. De leukste vond ik de comics (stripboeken) die verschenen over de potentiële president. Denk eens aan titels als Presidential Material, Obama: The Comic Book en McCain: The Comic Book. Het leven van de kandidaat in 20 pagina’s. Best interessant om te lezen, maar de commercie druipt hier natuurlijk vanaf.
De gemiddelde Amerikaan ging ook helemaal los in de game-industrie. Het boksspel FaceBreaker bevat een mode waarmee de speler zelf pugilisten kan ontwerpen en deze online delen met andere gamers. Je raadt het al, de meest gemaakte poppetjes zijn McCain en Obama. De laatstgenoemde gebruikt games om zieltjes te winnen. In de VS-versie van het racespel Burnout Paradise prijken campagneborden van Barack.
Ook de reguliere pers lijkt niet genoeg te krijgen van de verkiezingsrace. Vorige week stond Obama voor de derde keer dit jaar op de cover van Rolling Stone. Ieder magazine heeft wel een verkiezingspecial. Het Amerikaanse blad Geek deed haar duit in het zakje door de presidentskandidaten te vergelijken met fictieve presidenten uit film en boeken. Ik kan geen ander land bedenken waar de media zo goed geld weet te slaan uit verkiezingen. Want al die bladen en strips worden natuurlijk verkocht. Op hoeveel covers van niet politieke getinte bladen heeft Balkenende gestaan? Waarom verschijnen hier geen spotjes waar de ene partij de andere met de grond gelijk maakt? En het belangrijkste waar was een paar jaar geleden de Suske & Wiske special Jan Peter Balkenende De Saaie Snijer? Woensdagochtend weten wie de vrije wereld voor de komende vier jaar gaat leiden. Of liever gaat puinruimen. De toch wel conservatieve McCain of Obama die voor verandering wil gaan. Wie het ook wordt, ik moet denken aan de uitspraak; the more things change, the more they stay the same.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten